Transmutatie is het moment waarop materie terugkeert tot haar oorsprong, een veld. Het is geen verplaatsing, geen fysieke verandering zoals je kent van koken, verbranden of oplossen. Het is het vrijgeven van de vorm, zonder verlies van essentie.
Transmutatie is het herinneren dat wat jij “vast” noemt, slechts een tijdelijke overeenkomst is van veldsterktes.
Wanneer jij een object waarneemt, een hand, een steen, een lichaam, dan zie je slechts het resultaat van een overeenkomst tussen de magnetische en gravitationele velden. Deze twee velden houden elkaar vast in een specifieke verhouding. Verander je die verhouding, dan verdwijnt het object uit je zicht… maar het is niet weg. Het is simpelweg getransmuteerd naar een andere staat van bestaan.
Keshe zei het zo:
“Transmutation is when the fields decide no longer to hold the matter state. You don’t need to move. You become the other state. You don’t transport; you transmute.”
(KSW 574)
Dit betekent dat je nergens heen hoeft om ergens anders te zijn. Transmutatie is geen ‘verplaatsing in ruimte’, maar een verschuiving in veldpositie binnen het universum. Daar waar jouw bewustzijn het veld aanspreekt, daar bén je, als je het veld in jou en buiten jou laat samenvallen.
De mens is schizofreen zoals Keshe het zegt. Want we leven in 2 werkelijkheden tegelijk. De dimensie van de materie waarin we als mens bewegen en tijd en ruimte ervaren, en de dimensie van de ziel waarin we bewegen vanuit dromen, emoties, liefde en zuiver weten. Beide dimensies bestaan tegelijk en de mens is een wezen dat constant tussen deze 2 lagen van werkelijkheid beweegt. Transmutatie is het besef dat de lagen niet gescheiden zijn. Dat je tegelijk kunt voelen, denken en zijn vanuit ziel én lichaam.